zaterdag 3 juli 2010

Inez & Vinoodh 2

Een mooi, voorbeeldig gevormd meisje - waarom werken die altijd in de kunst, nee, rond de kunst? (in de kunst bewegen zich vaker vrouwen die de relativiteit van schoonheid aan den lijve hebben ondervonden) - leidde een gezelschap 'creatieven' gisteren rond door de tentoonstelling van Inez en Vinoodh in FOAM. Dat had Vincent Jobse georganiseerd, een vriend van me. Hij is de initiator van de site www.vindcreatieven.nl, waarop fotografen, vormgevers, reclamemakers en andere mensen die werken in de 'toegepaste creativiteit' in contact kunnen komen met elkaar en met opdrachtgevers. Als uitvloeisel van een 'netwerk-event' kregen we een kleine tour.
Zo leerde ik dat Inez en Vinoodh niet vanaf de jaren negentig, maar al vanaf medio de jaren 80 met elkaar samenwerken. Sterker nog, volgens hun eigen mythevorming zijn ze sindsdien nooit langer dan drie uur van elkaar gescheiden geweest. Ze zijn getrouwd en hebben een schattig zoontje, waarvan ik me de naam helaas niet herinner, maar er hangt een foto van op de expositie. De gids waagde zich niet aan een algehele duiding van hun werk, maar vertelde wel enkele bijzonderheden die me mijn mening doen herzien. Ik wist dat Inez en Vinoodh al voor het Photoshop-tijdperk pioniers waren in de beeldmanipulatie. In de tentoonstelling hangen de foto's waarin mannen vrouwenhanden hebben, vrouwen mannenvoeten of waar anderszins 'iets mee aan de hand is' (of aan een ander lichaamsdeel). Deze androgyne, bizarre wezens hangen tussen de 'gewone' portretten en modeseries door. Maar dit gemanipuleer bleef toch gratuit voor me, tot we bij 'Final Fantasy: Wendy' kwamen. Daar vertelde het FOAM-meisje dat Wendy bij een serie hoort van 'Final Fantasies', die zijn ontstaan in een tijd dat er een gruwelijke kindermoordenaar actief was, en ze wees erop dat Wendy de mond heeft van een achtentwintigjarige man, net zoals de dader. Dader en kind zijn in deze 'Final Fantasy' dus één geworden. Het beest in het kind, het kind in het beest... er opent zich een hele demonische keten van verontrustende gedachten.
Dat de fotografie de mogelijkheid biedt voor een opheffing van grenzen en zo voor een versmelting van identiteiten, en als gevolg daarvan aanzet tot het denken over het begrip identiteit zelf, dát is het vernieuwende van Inez en Vinoodh. Hun hele werk gaat over het begrip 'identiteit', en vooral over het relatieve daarvan. En over de fantasie, die die verschuivingen in identiteit kan visualiseren in een medium dat daarvoor vooral een registratie was van de realiteit, uitzonderingen daargelaten.
Misschien niet toevallig was ook een jonge vrouw aanwezig, de Britse Kim die al achttien jaar in Nederland woont. Zij werkte als Paintbox-expert in de beginjaren samen met Inez en Vinoodh . Vreselijke mierenneukers zijn het, verzekerde ze met licht Engels accent, en dat moet ook wel, hun werk eist dat perfectionisme van ze. Het knappe is dat ze hun visie hebben weten op te leggen aan een wereld van ongelovigen. Inmiddels hebben ze zo'n status dat ook commerciële opdrachtgevers hen carte blanche geven, vertrouwend op hun genie.
(Nee, je mag dit absoluut geen nichtenkunst noemen. Het is geen camp, wel een heel koude kunstvorm.)
Nu zie ik ook de modefotografie als meer dan 'de prostitutie van de ware kunst'. De opgave van de modefotografie is kleding op te voeren als personage in een vertelling, een bedwelmende fantasie die de verleidelijkheid van de kleding verhoogt omdat ze degene die hem draagt een nieuwe identiteit kan geven. Modefotografie kan esthetisch bevredigend zijn. Al blijft er voor mij toch een soort leegte. De maker is wel aanwezig in de enscenering, maar blijft toch op de achtergrond, als een poppenspeler die zijn marionetten bespeelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten