maandag 4 november 2013

De schoonheid van beton in Bonn

Ik was in Bonn. Zomaar, omdat ik een weekendje in Keulen was en Bonn daar maar een half uur vandaan ligt. Bonn, met zijn hoge regeringsgebouwen uit de tijd van de Koude Oorlog, zijn vochtige villa's, amechtige oude eiken en kastanjebomen aan de Rheinufer, leek me de ideale plek om Deutschland im Herbst te beleven. Ik bezocht zelfs het geboortehuis van Ludwig Von.
Beethoven die doof wordt, als dat geen melancholie is..

Maar eerst stapte ik uit bij het Kunstmuseum. Goede naam, omdat hij simpelweg aanduidt wat er te zien is, maar ook omdat je je meteen afvraagt of moderne kunst eigenlijk in een museum thuishoort. Zodra moderne (hedendaagse) kunst wordt opgeslokt door de muren van een museum, lijkt hij voor de actualiteit verloren, zoals alles in een museum. Maar dat is gelul, tenminste, als het goede kunst is. Kunst is eeuwig tijdloos en actueel. Amen.

Wat ik wil zeggen en waarom ik weer eens een blog-entry schrijf, is dat er in het Kunstmuseum Bonn niet alleen mooie kunst te zien is - vrijwel uitsluitend Duitse - maar ook dat het zo'n schitterend gebouw is. Zo voorbeeldig in zijn strakke disciplinaire uitvoering.
Sterker nog, ik geloof niet dat ik ooit een museum heb bezocht dat zo dienstbaar is aan de kunst. Zo worden de werken uitsluitend door indirect buitenlicht 'uitgelicht'. Kom daar eens om in het Stedelijk, met die lullige spotjes.
Het vernuftig gebouwde glazen dak van het Kunstmuseum heeft - in de meeste zalen - schuins geplaatste ramen en gebogen betonnen en stalen vormen die het licht breken. De hoge muren, het vele glas, de sobere kleuren en de vele doorkijkjes zorgen ervoor dat er prachtige ruimtes ontstaan. Dit is geen spierballen-architectuur, maar een buitengewoon subtiel spel met licht en schaduw, volume en leegte.
Je kunt er erg mooi werk zien van Sigmar Polke, waar ik tot dusver nooit veel aan vond, maar die me nu ineens trof met zijn veelzijdige, ironische en tegelijk krachtige werk. Maar ook van Gerhard Richter, Joseph Beuys (onder meer de bekende wolvenvideo en meerdere viltobjecten), August Macke en de Expressionisten, Ulrich Rückriem, Wolfgang Tillmans en vele, vaak verrassende anderen met bijzonder goed werk.

De architect van dit minimalistische gebouw uit 1985-1993 is de uit Berlijn afkomstige Axel Schultes. Hij heeft - met zijn collega Charlotte Frank - ook een wonderschoon crematorium ontworpen in Berlijn. En het gekke is: daar heeft hij eenzelfde soort pilaren gebruikt, die volgens een video (http://www.youtube.com/watch?v=AY-I35D_v5Q) 'het licht lijken te gebruiken om de structuur te stutten.' Deze man laat zien hoe mooi beton kan zijn.
(Maar je moet er wel echt heen, want deze foto's, gemaakt met een smartphone, doen het arme Kunstmuseum geen recht.) (En nou zul je net zien dat ik er geen gemaakt heb van het plafond...)

p.s. Nu zie ik dat hij ook het bekende Bundeskanzleramt in Berlijn heeft ontworpen, gebouwd in 2008. En verdomd, alweer die pilaren...






zondag 17 maart 2013

Mars door modderige verf

Is Armando een groot kunstenaar? Die vraag lijkt een gebrek aan respect te veronderstellen, maar zo is hij niet bedoeld. Binnen Nederland is de 83-jarige Armando natuurlijk een grootheid, maar je moet de canon altijd nemen als startpunt en niet als onwankelbaar oordeel.
De vraag kwam in me op toen ik de expositie 'Armando vs Armando' in het Cobra Museum in Amstelveen zag.

Tot mijn verbazing las ik dat Armando een deel van het jaar in Amstelveen woont. De rest van het jaar bivakkeert hij in Berlijn, met een atelier in Potsdam. In een oude kazerne, ja natuurlijk, dat is helemaal zijn stiel.
Ik ben vaak in Amstelveen geweest en hoewel ik weet dat daar heel veel mensen tot volle tevredenheid leven en televisiekijken, kan ik me toch niet voorstellen dat iemand bij zijn volle verstand daar gaat wonen, en al helemaal niet een kunstenaar. Amstelveen is met zijn rechte verbindingswegen en eindeloze rijen nietszeggende flats en eensgezinswoningen vooral een kwestie van logistiek. Het centrum is een winkelcentrum. Op zondag rijdt de modale Amstelvener daarheen om te gaan shoppen. Hoe kun je je door zo'n oord laten inspireren? Maar misschien zocht Armando, als hij daar werkelijk woont, vooral de rust en het non-descripte van Amstelveen tegenover het 'schuldig landschap' van Berlijn. Want dat was altijd zijn thematiek, de erfenis van het schuldige Duitsland met zijn zwarte 'Fahnen' (vlaggen), hekken en bossen en andere symbolen die stil verwijzen naar nazi-terreur.
Die symboliek heeft me nooit erg overtuigd, maar zijn grote zwart-wit doeken waren zo indringend en zo virtuoos geschilderd dat ze die lading niet per se nodig hadden. Armando's robuuste stijl, een bijzonder pasteuze en suggestieve vorm van materie-schilderkunst, herken je direct. Het is een vorm van effectbejag, van het grote gebaar, die je hem door zijn ongegeneerdheid en compromisloosheid vergeeft en die je zelfs voor hem inneemt. Monumentaal, krachtig, barok tromgeroffel is het, een mars door modderige verf.

Nu, op zijn oude dag, schildert Armando met kleur. Hij heeft zijn thematiek uitgebreid met wolken, zeegezichten en 'onschuldige' landschappen. En ook dat gaat hem uitstekend af, al schijnt hij tegenwoordig alleen nog met zijn linkerhand te kunnen schilderen. Dat is tenminste te lezen in een tekst van Cherry Duyns, zijn vriend met wie hij 25 jaar lang 'Herenleed' op de VPRO bracht. Dat was ook een esthetisch fraai werkstuk dat ergens over leek te gaan, hoewel nooit helemaal duidelijk was waarover. Menselijke verhoudingen, de moeizame communicatie tussen heren, absurde formaliteiten die het leven verstikken. Ik keek er altijd graag naar.
En Armando maakt ook sculpturen, zo blijkt, van mens en dier, die me aan de schematische portretten van Dubuffet deden denken. En ook dit werk overtuigt. Hij is altijd al een dichter geweest.

Toch mis ik iets in zijn werk, iets dat hem boven het bewonderenswaardige zou hebben uitgetild. Een element dat hem voor mij tot een 'groot kunstenaar' zou hebben gemaakt. Vandaar die vraag. Een betekenisvol verband tussen vorm en inhoud. Banaal gezegd: diepgang. Een vorm van intellectuele ontroering, een onverwachte, lucide blik op de wereld. Ik mis een, om het in zijn geliefde en tegelijk demonstratief verafschuwde gehate Duits te zeggen: 'Aha-Erlebnis'. In het verleden heb ik bij Armando zelfs weleens het gevoel gehad dat hij een poseur was. Dat gedoe met het oorlogsverleden leek me te veel een alibi om zich te kunnen uiten.

Gelukkig is de oorlog - zo lijkt het - in zijn nieuwe werk afwezig, wat ruimte schept om te genieten van zijn meesterschap en een onbenoembaar Armando-levensgevoel. De tentoonstellingsmakers willen ons doen geloven dat dat 'melancholie' is, maar ook dat geloof ik maar half. Nee, dat het onbenoembaar is en door Armando ook niet van een suggestieve titel voorzien, dat maakt het misschien intrigerender dan zijn vroegere werk.
Een groot schilder is hij zeker.

p.s. de titel van de expositie begrijp ik ook niet, maar hij werkt wel.