zaterdag 29 augustus 2015

Johan Simons, Accattone en de Ruhrtriennale

Mijn vriend Paul had het uitstekende idee op 16 augustus naar het Roergebied af te reizen om 'Accattone' te zien, een muziektheaterstuk van Johan Simons. De Nederlandse regisseur heeft in Nederland, België en Duitsland furore gemaakt met voorstellingen die vaak 'provocerend' zijn genoemd, niet in de laatste plaats door hemzelf. Ik heb ooit 'Platform' van hem gezien, een bijzonder geslaagde voorstelling met een hoop aan flarden gescheurde matrassen waar acteurs uit opdoken om het verhaal van Houellebecq te vertellen.

Simons heeft een prachtige locatie uitgekozen: een reusachtige, door een golfplaten dak overkoepelde  hal, de Kohlenmischhalle Lohberg. Hij is maar liefst 210 meter lang, 65 meter breed en 35 meter hoog. Een onherbergzame plek waar vroeger in een waarschijnlijk hels kabaal, tussen opwolkend stof en gruis, machinaal kolen werden 'gemengd', voordat de mijn, de Zeche Lohberg in Dinslaken, in 2005 werd gesloten.

Aan de korte kant van de hal stond een tribune, waarop wij helemaal bovenaan onze plaats mochten zoeken. Beneden zagen we een podium met het Collegium Vocale Gent van de beroemde Bach-dirigent Philippe Herreweghe dat smartelijke passie-liederen van Bach opvoerde. Een mooi contrast met die kille hal en het rauwe verhaal van Accattone.

Naast de musici (in rok) stond een verlichte container waarin de personages in en uit gingen, er was een grafkuil in het kolengruis en er waren roestige rails die in de verte verdwenen. In de verte al even roestige kolenkarren. Een passend decor voor de wederwaardigheden van 'Accattone', naar de eerste film van Pier Paolo Pasolini uit 1961.

Accattone, wat in het Italiaans 'bedelaar' betekent, vormt het middelpunt van een 'subproletariaat' van randfiguren die hij manipuleert en uitbuit omdat hij geen zin heeft om te werken. Uiteindelijk ziet hij zich gedwongen pooier te spelen voor een onschuldig jong meisje, tot hij zich door gewetensnood (?) te pletter rijdt met een motor.

Deze 'anti-messias' is vermoedelijk een soort held voor Pasolini, maar ik had moeite me in zijn getroebleerde geest te verplaatsen. Het stuk is een existentiële omkering van christelijke waarden waarvan ik de relevantie voor ons huidige tijdsgewricht niet kan inzien. Het verzet tegen de dominante katholieke cultuur van eind jaren '50, begin jaren '60, met alle toespelingen op het lijdensverhaal (er komt bijvoorbeeld een Maddalena in voor) spreekt me niet aan, omdat we tegenwoordig eerder in een amoreel vacuüm, een 'anything goes', lijken te zweven. Terwijl het verhaal van Pasolini weliswaar over een amoreel personage gaat, maar bepaald niet amoreel is.

De dialogen vond ik wat prozaïsch, en ook het acteren van met name Steven Scharf als Accattone nogal vlak, maar dat kan de bedoeling zijn geweest. De meeste aandacht trok nog een landerige homoseksueel (?) die een komische (?) bijrol vertolkte als 'de wet'. Hij zorgde voor commentaar bij het handelen van de personages. Een ingreep die ik te cerebraal vond en het moeilijk maakte me nog te interesseren voor de handeling.

Daar stond de bijzonder mooie muziek tegenover en de geslaagde esthetiek van de enscenering die de hele hal benutte. Het getob van de personages kreeg een passend verlatenheid en nietigheid als je ze naar het licht aan het einde van de hal zag sjokken en weer terug.

Het publiek overwegend blank, 50+ en met zorg gekleed. En enkele jongeren, vooral meisjes. De bekende cultuurliefhebbers. Mannen van middelbare leeftijd in gebloemde overhemden met hippe brillen, goed geconserveerde vrouwen in mooie jurkjes. Konden zij zich in de perikelen van een groep mensen verplaatsen waarmee ze zo te zien weinig gemeen hadden? Zouden zij ook, net als Accattone, hun gezin en baan willen opgeven voor een 'puurder' leven aan de zelfkant? Of keken ze er net als ik een beetje bevreemd naar. En dat 2,5 uur lang...

In een andere hal hadden we daarvoor genoten van Amaro's Slowfood Extravaganza: culinair gooi- en smijtwerk door de crew van een hippe Eindhovense kok. In die hal vond een nabespreking plaats van Accattone onder leiding van Johan Simons, onder de vlag van 'Johans Saloon'. Joep van Lieshout zat er bij aan, maar die vertelde hoofdzakelijk over de 'distopische' installatie die hij in het kader van de Ruhrtriennale, waarvan Simons de intendant is, in Bochum liet zien.

De acteur Benny Claessens, die 'de wet' speelde en ook theatermaker is, werd door Simons gevraagd wat hij zelf in de kolenmenghal zou willen zien. 'Ik zou de arbeiders die hier oorspronkelijk werkten, opnieuw aan het werk willen zien', kirde hij. 'En dan het publiek daar 80 euro voor laten betalen.'
Dat was de prijs voor de duurste plaatsen. Misschien had hij wel gelijk en was dat een nog spectaculairdere voorstelling geweest. Overigens waren Paul en ik het er over eens dat we voor 20 euro misschien wel op de beste plaatsen hadden gezeten, met overzicht over de hele hal.

De volgende dag bekeken we na ons ontbijt in Hotel Zum Grunewald in Dinslaken - aanbevelenswaardig - 'The Good, The Bad and the Ugly', de installaties van Joep van Lieshout voor de Jahrhunderthalle in Bochum. Turkse jongetjes klommen vrolijk op zijn 'Rectum' en staken hun guitige koppen over de rand van een ruimhartig van aambeien voorziene aars...