maandag 4 juni 2012

Kunst als lifestyle

'Dit is de laatste uit een serie van twaalf. Hij komt op 12.000 euro', zei een vrouw die duidelijk onlangs een grote beurt had gehad bij de schoonheidsspecialiste. Ze glimlachte wulps tegen een stel waarvan de relatie enigszins diffuus was. Gezamenlijk keken ze met reverentie naar een foto van Hendrik Kerstens die zijn dochter in de stijl van een zeventiende-eeuwse meester had geportretteerd. De boodschap was duidelijk: als ze nog wilden profiteren van Kerstens' onmetelijke populariteit moesten ze nu toeslaan.
Ik liep door en hoorde even verderop exacte dezelfde frase bij een andere stand: 'Dit is de laatste...'
De KunstRAI is een schouwspel dat altijd op zijn zachtst gezegd mixed feelings bij me oproept. De openbare verkoop van kunst is een soort pornografie, alleen wordt er geen seksuele lust geacteerd maar liefde voor de kunst. Het is begrijpelijk dat de kunstenaar zich op dit soort plekken zeer tegen zijn zin vertoont, al zal hij later lachend naar de bank rennen, al dan niet in gezelschap van de galeriehouder. De gespeelde jovialiteit van de heren met pochet, de gehuichelde seksualiteit van de jonge vrouwen die de verkoop moeten stimuleren, de algemene snobbishness, het is allemaal van een banaliteit, om niet te zeggen obsceniteit waar je niet goed van wordt. Maar als je het afstandelijker bekijkt heeft het ook een soort amusementswaarde, als een gemaskerd carnaval op een schilderij van Ensor of een tafereel van George Grosz.
Als je naar de opmerkingen van de aspirant-kopers luistert word je evenmin vrolijk, maar dat probeer ik zoveel mogelijk te vermijden. Opgepoetst lopen ze rond, zonnebankbruin en professioneel gladgestreken, rechtstreeks uit Amsterdam-Zuid of het Gooi. Voor hen is kunst een manier om mee te tellen, een 'stukje lifestyle'.
Maar dat geeft niet, want er is weinig kunst op de KunstRAI. Zoals de meeste kopers en verkopers doen alsof ze van kunst houden, doet het merendeel van het gebodene of het kunst is. Je ziet de mimicry, het gebrek aan authenticiteit in al deze lege pogingen tot het verwerven van het aura van het originele kunstwerk. 'They're just going through the motions', om de zanger van Hot Chocolate te parafraseren. De een doet Hopper na of Luc Tuymans, de ander Helmut Newton of Vermeer, een derde Tinkebell. Alleen Tinkebell zelf doet niemand na. En die oude Armando, die altijd weer zichzelf nadoet. Hier en daar zie je nog wel iets hoopgevends, eigens en nog onbekends, de rest is verloren, omarmd door de Quote 500.
Ik voelde een diepe melancholie toen ik weer in de miezerregen stond.