vrijdag 17 september 2010

De creativiteit van Henk Oosterling

Tijdens een conferentie over de wijkaanpak en broedplaatsen in Broedplaats De Vlugt kwam de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling - wit overhemd, zwart vestje en grijze paardenstaart - vertellen over zijn projecten in de Bloemwijk in R'dam. Hij leidde zijn verhaal, dat hij in sneltreinvaart vertelde met veel terloopse grappen en esprit, in met een bespiegeling over creativiteit. In onze tijd worden termen gehanteerd als 'dienend leiderschap' en Verlichtingsfundamentalisme', zei hij, innerlijke tegenstrijdigheden die duiden op het vastlopen van het Denken. Herstel: het discours, want Oosterling, die de s uitspreekt, is duidelijk een aanhanger van het Frans filosofisch denken. We zitten nog vast aan de negentiende-eeuwse opvatting van het kunstenaarschap, oordeelde hij, met de kunstenaar als talentvol individu, als creatief genie. 'Maar we leven in de 21e eeuw, iedereen is creatief, het individu is passé!' Nu moeten we creativiteit zien als 'een knooppunt van relaties'. 'Creativiteit bestaat niet in, maar tussen de mensen.' Waarna Oosterling ongeveer vijftien minuten wijdde aan de manier waarop hij in de Bloemwijk een heel netwerk had opgezet dat de leefbaarheid in die Vogelaarwijk had verbeterd en duizend bloemen van creativiteit had doen bloeien. Een grootse prestatie, daar niet van. Wel zei hij er eerlijk bij dat hij er immens veel energie in had gestoken en er voortdurend achteraan had moeten zitten.
Eigenlijk leverde hij zo zelf het bewijs voor de onjuistheid van zijn stelling. De ene mens is wel degelijk getalenteerder dan de ander, creatiever, gedrevener. Ja, iedereen is creatief, maar sommige mensen zijn creatiever dan anderen. Zonder Oosterling had dat hele project niet bestaan.
Mijn haren gaan overeind staan als ik dit soort ge-OH moet aanhoren. Het eenzame genie zou niet bestaan? Onzin. Zonder eenzaamheid kan er niets betekenisvols tot stand komen in de kunsten. Ik protesteer ook tegen de inflatie van het begrip creativiteit door het opzetten van moestuintjes en het bereiden van bakhlava's ook al creatief te noemen, net als de 'wijkaanpak' van al die belangenbehartigers. Ik beluisterde in Oosterlings democratisering van de creativiteit en devaluatie van het individu ook de gevaarlijke tendens de kunstenaar die zich niet sociaal wil inzetten te veroordelen. Juist in de concentratie, de monnikentoewijding, ontstaat grote kunst. God bewaar als de kunstenaar daarnaast ook nog een buurtproject moet gaan opzetten van geveltuintjes of een cursus fotografie voor allochtone vrouwen.
En toch, daar gaat het heen, want als je niets met anderen te maken wilt hebben, mag je niet meer in een broedplaats een atelier huren. En de ambtenaren in de zaal stemden van harte met Oosterling in: je moet nuttig zijn, net als wij.
Ik bespeurde een enorm dedain voor kunstenaars, en een totaal onbegrip voor wat kunst eigenlijk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten