donderdag 20 februari 2014

Francis Bacon's 'In Memoriam of George Dyer' in de Nieuwe Kerk

Als Francis Bacon en George Dyer elkaar in 1963 tegen het lijf lopen in een kroeg in Soho is de wereldberoemde schilder 54 en 'de mislukte dief' 32. Ondanks dat hij iedere nacht doorhaalt staat de autodidactische schilder iedere ochtend om 8 uur in zijn chaotische atelier in South Kensington, hij leeft voor zijn kunst. Dyer  daarentegen, is een simpele ziel uit de East End die 'cockney spreekt' en 'zijn identiteit helemaal ontleent aan het feit dat hij de vriend is van Francis Bacon'.

De typeringen zijn van Gijs van Tuyl, de oud-directeur van het Stedelijk. Van Tuyl is duidelijk ook gefascineerd door de relatie van de beroemde schilder en zijn vriend (en veelvuldig model). Van Tuyl vertelt er in ieder geval bijzonder beeldend en smeuïg over tijdens een persconferentie in de Nieuwe Kerk, waar tot 30 maart, zes weken lang, Bacons triptiek 'In Memory of George Dyer' te zien is. Best gewaagd, een expositie van maar één schilderij. Bewonderenswaardig. Ik heb weleens gedacht dat je eigenlijk altijd maar één kunstwerk ten toon zou moeten stellen om ervoor te zorgen dat het de meditatieve aandacht krijgt die het verdient. Wel met een ruimhartige en boeiende toelichting, zoals nu ook is gebeurd.

Dyer is een instabiele poseur. Hij draagt altijd een kostuum, net als zijn criminele voorbeelden de Kray Brothers. Bacon heeft een heftige relatie met hem, waarin veel wordt geslagen, gezopen en weer wordt verzoend met wilde seks. Dyer vindt het prachtig om als Bacons minnaar mee te gaan naar openingen. Bacon vindt het op zich wel geinig, zo'n ongemanierde 'natuurmens', en zijn vrienden vinden het ook wel een mooi curiosum. Toch wordt Dyer extra gefrustreerd door het immense succes van Bacon en begint hem meer en meer te chanteren: om de haverklap dreigt hij zich van kant te maken als Bacon hem verlaat.

In 1971 is Bacons finest hour aangebroken: hij krijgt een overzichtstentoonstelling in het Grand Palais in Parijs. Solo, als eerste na Pablo Picasso. Voor Bacon is Parijs het allerhoogste wat hij kan bereiken. Hij neemt Dyer in godsnaam maar mee. Ze nemen hun intrek in het Hotel des Saint-Pères in Parijs (nu een viersterrenhotel, zie ik, helemaal klassiek ingericht, met WIFI. Ze maken geen reclame met Bacon of Dyer.). Op 26 oktober, een dag voor de opening, wordt Dyer dood gevonden op het toilet. Met een overdosis slaapmiddelen en alcohol heeft hij een eind aan zijn leven gemaakt. Bacon is er kapot van, maar vermant zich en leidt Georges Pompidou twee dagen later persoonlijk rond op de opening. Daarna heeft hij weleens gezegd: 'Er gaat geen uur voorbij dat ik niet aan hem denk.' Aan Dyer dan, niet aan Georges Pompidou.

Van Tuyl heeft er met zijn contacten voor gezorgd dat dit meesterwerk van Bacon door de Fondation Beyeler, een Basels museum voor moderne kunst, is uitgeleend aan De Nieuwe Kerk. Hij heeft het eerder als curator al voor elkaar weten te krijgen dat 'De heilige familie' van Rembrandt en 'Het laatste avondmaal' ('The Last Supper (pink)' van Andy Warhol daar in 2011 en 2013 zijn tentoongesteld in de serie 'Meesterwerken'. Als directeur van het Stedelijk kon hij misschien weinig uitrichten, want het was altijd dicht, maar dit heeft hij toch maar voor elkaar gekregen.

Het triptiek is sinister en grimmig, zoals al het werk van Bacon.  Op het middendeel steekt het zwarte silhouet van Dyer met een bebloede arm de sleutel in het slot van de hotelkamer. De stemmige gang van het hotel, met boven aan de trap een hotelkamer waarvan de deur open staat, is een passend decor voor het noodlot. Bacon heeft talloze kruisigingen bestudeerd, en zich laten inspireren door de grote meesters. Rembrandt, Velásquez, Van Gogh. Een religieuze schilder zonder religie. 'Hij schilderde het lijden, niet de verlossing' (Van Tuyl). Dyer kruisigt zichzelf. Of heeft Bacon hem aan het kruis genageld?
De andere twee luiken zouden volgens Van Tuyl flashbacks zijn. Zouden ze niet ook symbolisch kunnen zijn? Links wordt Dyer als bokser gevloerd; hij zweeft over het doek als een astronaut die losgeraakt is van het moederschip. Rechts Dyer stil in de spiegel en gespiegeld in een tafel. Als een altaarstuk, misschien als de gevallen Narcissus. De witte klodders verf zouden voor sperma staan. Melancholie, rouw.

Bacon heeft nog meer triptieken met Dyer geschilderd, maar dit is misschien wel het meest ingetogen, het meest dramatische.

Als ik daarna om me heen kijk, zie ik de mensen als op de doeken van Bacon. Binnenstebuiten, gewelddadig en gemaskerd, grimassend. Weerloos, vergankelijk vlees.

.
Foto: bij de presentatie, links Gijs van Tuyl, rechts Cathelijne Broers, directeur van De Nieuwe Kerk.

p.s. Er is een speelfilm gemaakt van hun verhouding, 'Love is the Devil'. Hij is te koop in De Nieuwe Kerk. Ik had hem al eens gezien, met Derek Jacobi als Bacon en Daniel Graig als George Dyer. Verder van het personage van James Bond kun je toch niet komen... Ik heb hem meteen aangeschaft, net als een documentaire en een boek over de schilder. Alleen al voor de merchandising is het de moeite waard om te gaan. Je kunt ook alleen de museumwinkel in, maar dat zou zonde zijn.

1 opmerking:

  1. Anna Enquist heeft een prachtig gedicht geschreven over de triptiek van Bacon in de Nieuwe Kerk (haar 2e stadsgedicht op 12 maart 2014)

    BeantwoordenVerwijderen